Al onze therapeuten behandelen deze aandoening, maar Pieter Lindenbergh en Jeanine Marijs zijn onze sportfysiotherapeuten

Fysiotherapie bij sportblessures

Fysiotherapie bij sportblessures is voor mensen met een blessure die zo snel mogelijk hun sportbeoefening willen hervatten. Of voor mensen die op een andere manier een blessure hebben opgelopen. Tevens voor mensen die bijvoorbeeld de marathon willen lopen en niet goed weten hoe ze zich zonder blessures kunnen voorbereiden. Ook voor mensen die op dit moment niet sporten maar dit wel willen, hoe pakt u dit aan? Welke beweegprogramma's zijn voor u geschikt? Ook als u een chronische ziekte of handicap heeft?

Wat doet de fysiotherapeut bij blessures?

De fysiotherapeut helpt u als u een blessure hebt of overtraind bent. U wil zo snel mogelijk weer aan de slag. Desnoods met een alternatief trainingsschema, maar u wil blijven sporten als dat kan en uw conditie behouden. Onze fysiotherapeut begrijpt wat er tijdens sporten gebeurt en snapt daarom hoe u geblesseerd bent geraakt. Uw therapeut kan kiezen uit verschillende behandelmogelijkheden zoals oefenprogramma'ss met of zonder gebruik van trainingsapparatuur. Braces of medical taping, mobiliserende technieken en diverse ondersteunende behandelapparatuur kunnen ook deel van de behandeling uitmaken. Hij of zij traint u sport-specifiek en functioneel, zodat u kunt herstellen tot op uw oorspronkelijke sportniveau. Hij of zij overlegt desnoods met uw trainer over een aangepast trainingsschema. U merkt dat u een stuk makkelijker praat met een specialist die u als sporter benadert. Preventie is voor de fysiotherapeut nummer één.

Met welke klachten en blessures naar de fysiotherapeut?

Osgood-Schlatter

Osgood-Schlatter is een overbelastingsblessure van de knie tijdens de groei. Deze wordt veroorzaakt door voortdurende trek van de kniepees aan de zich ontwikkelende tuberositas tibiae, een verdikking net onder de knieschijf. De aandoening komt het meeste voor bij jongens tussen de 10 en 15 jaar en meisjes tussen de 8 en 13 jaar en vaker bij jongens dan bij meisjes.

Polsblessure

Polsblessures zijn in twee grote groepen in te delen, er is een groep die ontstaat door een verrekking of het ‘dubbel klappen’ van de pols. Bij de andere groep ontstaan de klachten door overbelasting van de spieren en pezen rond de pols (tendinopatie). Een verrekking van de pols is het te ver oprekken van de pezen en banden van het polsgewricht. Ook is het mogelijk dat het kraakbeen en de botten in de pols hierbij beschadigen. Als gevolg hiervan ontstaat een zwelling en mogelijk een blauwe plek. Dit veroorzaakt drukpijn in en rondom de pols, en word de bewegelijkheid van de pols minder.
Bij een overbelasting van de pols is er sprake van een chronische irritatie van het bindweefsel rond de pols. Hieronder vallen de spieren, pezen en banden rondom het polsgewricht. Meestal bevind de pijn zich aan de pinkzijde van de pols (m. flexor carpi ulnaris). De blessure ontstaat door een te hoge belasting van de pols gedurende een lange tijd. Ook bij deze blessure doet het bewegen van de pols pijn, alleen is er geen zwelling rond het polsgewricht.

Shin splints

De term shin splints, ook wel tibialis posterior-syndroom genoemd, is een verzamelnaam voor een aantal overbelastingsletsels, die zich in het middelste en onderste deel van het scheenbeen (tibia) kunnen manifesteren. Om inzicht te krijgen in het ontstaan van shin splints is het van belang enige kennis te hebben van de structuren die daarbij betrokken zijn. Het onderbeen bestaat uit twee beenderen, het scheenbeen (tibia) en het kuitbeen (fibula). Deze twee bot stukken worden verbonden door een sterke bindweefselplaat, membrana interossea cruris. De beenderen worden omhuld door een dun beenvlies, dat goed doorbloed is en zeer gevoelig. Dit is te merken wanneer u het scheenbeen ergens tegenaan stoot. Aan het onderbeen ontspringen een aantal spieren. De diepe kuitspier, de achterste scheenbeenspier en de lange teenbuigspier zijn de belangrijkste. Deze spieren spelen een rol bij shin splints. De krachten die tijdens het lopen op de spier inwerken kunnen dan niet goed worden opgevangen door de spier. Hierdoor komen er extra trekkrachten neer op het botvlies waar de spier op aanhecht. Dit kan uiteindelijk kleine scheurtjes gaan vertonen wat uiteindelijk tot een ontstekingsreactie leidt van het omliggende weefsel.

Zweepslag

De zweepslag dankt zijn naam aan de plotselinge felle pijnscheut die optreedt tijdens het sporten. Een zweepslag kan een kleine verrekking tot een totale scheur van de spier inhouden. Een zweepslag kan in alle spieren optreden maar komt het meest voor in de kuit of boven beenspieren. De scheur zit vaak op de overgang van spier- naar peesweefsel. Tijdens een activiteit voelt de sporter een plotselinge pijnscheut in de kuit alsof er een hard voorwerp tegen zijn kuit wordt gegooid, daarna is het meestal onmogelijk om door te sporten of om op het desbetreffende been te staan. Behalve pijn treedt er zwelling, blauwe plek en functieverlies van de aangedane spier op. De blauwverkleuring van de huid, kan zich op een andere plaats bevinden dan waar de zweepslag is ontstaan, meestal zit deze wat lager doordat de zwaartekracht de bloeduitstorting naar benenden duwt.

Stressfractuur

Een veel voorkomende overbelastingsblessure bij lopen is een stressfractuur. Andere naam voor deze aandoening is vermoeidheidsbreuk of marsfractuur. Het betreft een microscheurtje die zich geleidelijk voortzet. Stressfracturen ontstaan door een zich steeds herhalende grote spanning op een botstuk. Men zou kunnen zeggen dat de spanning te groot is voor het bot, of omgekeerd dat het bot te zwak is voor de doorstane spanning. Ondanks het feit dat een stressfractuur ontstaat ten gevolge van langdurige zware of ongebruikelijke lokale belasting, is de aandoening niet voorbehouden aan intensief trainende langeafstandlopers. Betrekkelijk vaak betreft het beginnende recreatiegerichte trimmers, vaker vrouwen dan mannen. Een stressfractuur treedt ook nogal eens op bij mensen die zonder voorbereiding aan een zware looptraining beginnen.Een stressfractuur komt het frequentst op in het onderbeen met name in het scheenbeen bij hoogspringers en ballet dansers, kuitbeen bij hardlopers en in de voorvoet bij militairen die ook marsfractuur genoemd wordt. Minder vaak komt een vermoeidheidsbreuk voor in de voetwortel, het bovenbeen of het bekken.

Overtraining

Wat is overtraining? Men spreekt van overtraining wanneer de balans tussen belasting en belastbaarheid in hoge mate verstoord is en tot gevolg heeft dat de sportprestatie nadelig beïnvloed wordt. Onder belasting verstaan we al datgene wat het lichaam van de sporter ondergaat. De belastbaarheid is datgene wat de mens lichamelijk en psychisch aankan.

Jumpers Knee

De naam Jumpers knee of springersknie werd voor het eerst gebruikt om de pijnklachten te beschrijven die bij hoogspringers in het afzetbeen ontstonden. Deze zelfde aandoening zien we ook bij andere sporten (o.a. basketbal, volleybal, verspringen, gewicht heffen) waarbij veel explosieve kracht in het been, en m.n. van de spieren rond de knie, gevraagd wordt. De patella pees verbindt de knieschijf met het scheenbeen (tibia). Onder extreme druk zoals springen kan en er een gedeeltelijke scheur ontstaan. Dit kan lijden tot zwelling en afbraak van het weefsel. Zwelling kan ook het resultaat zijn van overbelasting van de patella pees.

De hamstring blessure

Van de hamstring wordt vaak gedacht dat deze uit een spier bestaan, maar in werkelijkheid zijn er 3 spieren die samen de hamstrings worden genoemd, M. Semimembranosus, M. Semitendinosus, M biceps femoris. De eerste twee spieren lopen vanaf de zit beenknobbel naar de binnenkant van de knie, terwijl de biceps juist naar de buitenkant van de knie loopt. Bij een hamstring blessure is dus een van deze drie spieren beschadigd, de meest voorkomende oorzaak is een verrekking of scheuring van de spieren. Een hamstring blessure kan in twee vormen ingedeelt worden: een acute vorm, en een chronische vorm. De acute vorm is te herkennen aan een duidelijke aan te wijzen pijnplek aan de achterkant van het bovenbeen. Vaak als gevolg van een plotselinge krachtstoename of versnelling, dit gebeurt vaak bij sporten zoals: voetbal, springsporten, racketsporten en bij verschillende atletiek nummers. De chronische vorm wordt gekenmerkt door een pijn die geleidelijk aan verergerd. Deze pijn is in de begin fase moeilijk aan te wijzen, en word vaak veroorzaakt door het gedurende lange tijd herhalen van een (loop) beweging. Hierbij moet men denken aan sporten zoals hardlopen of de triatlon. Kenmerkend voor een hamstring blessure is ook bij een goede behandeling de kans herhaling groot is, waarbij de ernst zal toenemen en het herstel langer zal duren.

Vraag voor meer informatie naar onze sportfysiotherapeuten Pieter Lindenbergh en Jeanine Marijs
Mail: pieterlindenbergh@fysiokapelle.nl of jeaninemarijs@fysiokapelle.nl

Voor sportblessures bij kinderen neem contact op met Anne de Vlieger
Mail: annedevlieger@fysiokapelle.nl.